The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Op zekere dag weigerde Ratnakaar doorgang aan de saptarshis. Maar ze weigerden tol te betalen. Ze gaven hem daarentegen een preek over het negatieve karma dat hij op zich laadde. Hij verdedigde zich met het argument dat hij de zorg had voor vrouw en kinderen. “Zullen zij bereid zijn uw karma te delen?” vroegen ze hem. Daar was hij vast van overtuigd. Maar de wijzen gaven hem de raad het hen toch eerst maar te vragen. Zijn vrouw antwoordde kortaf dat het zijn plicht was voor hen te zorgen en dat ze dus niet bereid waren zijn karma te delen. Haar bitse antwoord deed hem besluiten zijn leven te veranderen en zich aan de wijzen te onderwerpen. Ze zeiden dat de soevereine methode om aan zijn leven een andere wending te geven herhaling was van Raamanaama, de Naam van Raama.

Raama is de werkelijkheid die zich uitdrukt in het hart van de mens als verrukking. Dit is de betekenis van de naam Raama, die immers is afgeleid van de werkwoordswortel ram, verrukken. De wijzen gaven hem de opdracht de Naam van Raama te herhalen. Hij begon eraan met goede moed. Maar hij was zo zondig van inborst dat hij de Naam niet over zijn lippen kreeg. Hij herhaalde: “Mara Mara Mara…” Maar als je dat lang genoeg herhaalt, wordt dat: Maramara…maraamaraama… Raama Raama Raama... Mara betekent in het Sanskrit: duivel, satan. Het is de Oeltaa Naama of omgekeerde Naam van Raama. Ook de duivel is God, maar in een verkeerde visie.

Lange tijd nadien keerden de wijzen terug van hun bedevaart. Toen ze de plaats naderden waar ze Ratnakaar hadden ingewijd, hoorden ze een wondermooie klank: Raama Raama Raama…, die uit een termietennest kwam. Ratnakaar had zo lang gemediteerd dat de termieten een nest rond hem hadden gebouwd. De wijzen haalden hem uit zijn meditatie. Toen hij zijn ogen opende en zijn goeroes zag, wierp hij zich in grote dankbaarheid voor hen ter aarde.

Daar het Raamaayana het oudste dichtwerk van India is, wordt het aadi kavya genoemd en is Vaalmieki de aadi kavi, de eerste dichter.